Bløf
BLØF - Watermakers
1 HALVERWEGE
Het is goed zolang het duurt
Hele jaren, of een uur
Maar neem wat van jou is
Neem mijn ziel, neem mijn vuur
Het is mooi zover het gaat
Heel de wereld, of de straat
Maar neem wat van jou is
Neem mijn liefde, neem mijn haat
Als je weggaat
Doe dan net alsof we halverwege zijn
Halverwege
Zo ver nog van het eind...
Het blijft warm zolang het brandt
Heel je hart, je verstand
Dus neem wat van jou is
Neem mijn lijf in je hand
Als je weggaat
Doe dan net alsof we halverwege zijn
Halverwege
Zo ver nog van het eind
Wees dan stil
Zeg dan niets tegen de pijn
Halverwege
Geef me het gevoel
Dat ìk terugkan
Als je weggaat
Doe dan net alsof we halverwege zijn
Halverwege
Zo ver nog van het eind
Wees dan stil
Zeg dan niets tegen de pijn
Halverwege...
2 HIER
De lentewind die waaide
Werd al zwoeler en je zwaaide
Was het moeilijk om te merken
Dat ik de zoen die jij me toeblies
Niet meer meekreeg toen ik wegreed?
Je keek me na, ik deed mijn ogen dicht
Ik zag nog je gezicht maar was alleen
Alleen met mijn vrienden en ik wist dat het al laat was
En dat jij steeds sneller uit het zicht verdween
Ik kan alleen maar spelen
Mijn noten en mijn rol
Dat is niets om te delen
En het maakt mijn leegte vol
Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk
Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk
Dit is mijn haven, hier leg ik aan
Hier kan ik slapen, hier moet ik staan
Hier ligt mijn hart voor jou
Ik kijk je aan, je doet je ogen dicht
Je weet waarom ik hier sta en je lacht
Ik richt mijn blik op heel je wezen en je weet dat ik kan lezen
Wat je denkt en wat je nu van mij verwacht
Ik kan alleen maar spelen
Mijn noten en mijn rol
Dat moet ik hier wel delen
Het maakt mijn leegte vol
Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk
Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk
Dit is mijn haven, hier leg ik aan
Hier kan ik slapen, hier moet ik staan
Hier ligt mijn hart voor jou
3 DANSEN AAN ZEE
Daar komt mijn schip al aan
Ik kijk vanaf het strand
Schrijven in het zand
Is voor mij nu wel gedaan
Want de letters van je naam
Blijven in het zand niet staan
Maar de wetten van het land
Gelden niet op volle zee
Dus ik neem je naam maar mee
Gun me een vaarwel
En vergeef me dat ik hardop
Alle passen tel
Laten we dansen, m’n liefste
Dansen aan zee
Laten we dansen, m’n liefste
Dansen aan zee
Een afscheidswals aan de waterlijn
Dansen aan zee
Eén voor je tranen
Twee voor de mijne
Drie voor de horizon
Waaraan we verdwijnen
Jij wist wel wie ik was
Zwaaiend met mijn jas
Mijn armen wijd en leeg
En een hart dat schreeuwend zweeg
Dat steeds meer verlangde
Naar de warmte van je wang
Laten we dansen, m’n liefste
Dansen aan zee
Laten we dansen, m’n liefste
Dansen aan zee
Een afscheidswals aan de waterlijn
Dansen aan zee
Eén voor je tranen
Twee voor de mijne
Drie voor de horizon
Waaraan we verdwijnen
Zeg dat het niets was
Zeg dat ik droomde
Zeg dat ik gek was
Durf te zeggen dat ik droomde
Zeg dat ik dom was
Maar dromen deed ik niet
Laten we dansen, m’n liefste
Dansen aan zee
Laten we dansen, m’n liefste
Dansen aan zee
Een afscheidswals aan de waterlijn
Dansen aan zee
Eén voor je tranen
Twee voor de mijne
Drie voor de horizon
Waaraan we verdwijnen
4 ENGEL VOOR EEN DAG
Denk je dat het anders wordt
Als mijn engel van me weggaat?
Mij in stilte weer verlaat
Zoals ze is gekomen
Als zilver in mijn zwart
Met maar één ding op haar hart:
Dat ze gek werd van verlangen
Om een tijdje rond te hangen
In het dal van mijn geloof
Ze cirkelt lieflijk om mijn hoofd
Maar ze laat zich nergens vangen
Ze is mijn engel voor één dag...
Denk je dat ze lang zal blijven
Haar geduld zal overdrijven
Omdat het haar wel schikt?
Of dat ze opwiekt van mijn schouder
Niet te laat maar wel wat ouder
Als een vogel die verschrikt
Of gewoon zomaar zonder reden
Zonder toekomst of verleden
Weer gaat vliegen naar de zon
Waar het einde ooit begon
Zij noemt dat altijd heden
Ze is mijn engel voor één dag...
Ze is er nog maar net
En ik ben nu al bang
Voor de ruimte in mijn bed
Want een engel blijft nooit lang
Alsof het altijd zo geweest is
Ligt ze naast me als een kat
En als ze weggaat zal het zijn
Alsof ik nooit iets anders had
Dan een engel voor één dag
Ik denk wel dat het anders wordt
Want een dag is veel te kort
Voor een engel om te sterven
En het stof is het bewijs
Het zilver wordt al langzaam grijs
Ook al heeft ze net staan verven
Maar ik kan er wel mee leven
Want wat mooi is duurt maar even
Dat is lang genoeg voor mij
Al ben ik stiekem toch wel blij
Dat ik haar snel heb opgeschreven
Mijn engel voor één dag...
5 WAAR DE OCEAAN BEGINT
Ik heb gewacht
Tot het echt niet langer kon
Tot de zon alweer te hoog stond
Ik bedacht
Dat jij meer hebt om te blijven
En dat ik me laat verdrijven
Eenzaam als een wolf
Heb ik gewacht
Langer dan een mens verdragen kan
Ik breng mezelf
Naar de randen van het land
Waar de oceaan begint
Naar het water en het zand
Waar de oceaan begint
Daar leg ik me neer
Waar de oceaan begint
Ik heb gewacht
In het hart van de woestijn
Het kan nergens warmer zijn
En in de nacht
Kon ik hopen wat ik wilde
Ik klappertandde, rilde
En koud tot op het bot
Heb ik gewacht
Langer dan een mens verdragen kan
Ik breng mezelf
Naar de randen van het land
Waar de oceaan begint
Naar het water en het zand
Waar de oceaan begint
Daar leg ik me neer
Waar de oceaan begint
6 ZE IS ER NIET
Nu de klok niet meer mijn vriend is
En de kelner onbeschoft
Omdat de man die hij bedient
Weer een verkeerde dame trof
Kan dan iemand mij vertellen
Waarom mijn hart nog klopt?
Waarom blijf ik bestellen?
Waarom sta ik niet op?
Want er is nog maar één slotsom
Ze is er niet
En ik denk niet dat ze nog komt
Ze is er niet
Ik vraag me af waarom
Ik niet gewoon terug naar huis loop
Het glas dat wegduikt in de spoelbak
Het geld dat rinkelt in mijn zak
Alle geluiden staan me tegen
Hier zit ik niet op mijn gemak
Want er is nog maar één slotsom
Ze is er niet
En ik denk niet dat ze nog komt
Ze is er niet
Ik vraag me af waarom
Ik niet gewoon terug naar huis loop
Want vanonder de tafel
Grijpt verlangen me weer aan
Het vliegt me naar de keel
Doet me besluiten op te staan
En blind te rennen door de nacht
Vraag me niet wat ik verwacht
Van zoveel wanhoop in één man
Die maar aan één vrouw denken kan
Maar ze is er niet
En ik denk niet dat ze nog komt
Ze is er niet
Ik vraag me af waarom
Ik niet gewoon terug naar huis loop
Ze is er niet...
7 MONSTERS SLAPEN NOOIT
Het is altijd weer een strijd:
Of ik kies voor eenzaamheid
Een vreemde eend in elke bijt
Met het idee dat niemand kijkt
Of ik klamp mijn vrienden aan
Ga in hun licht of schaduw staan
Ik heb alles al gedaan
Maar de twijfel blijft bestaan
Mijn slaap vol boze dromen
Elke nacht was veel te lang
Maar al mijn geesten en demonen
Maken mij niet langer bang
Monsters slapen nooit
Dus ik ga gewoon naar bed
Monsters slapen nooit
Ik heb de wekker niet gezet
Want ze maken me wel wakker
Het is altijd een gevecht
Of je opkomt voor je recht
Of dat je klaagt maar toch niet echt
Iets doet aan wat er wordt gezegd
Er is altijd iemand die
Je het gevoel geeft dat je niet
De moeite waard bent of zoiets
Dat zijn de monsters die je ziet
Mijn slaap vol boze dromen
Elke nacht was veel te lang
Maar al mijn geesten en demonen
Maken mij niet langer bang
Monsters slapen nooit
Dus ik ga gewoon naar bed
Monsters slapen nooit
Ik heb de wekker niet gezet
Want ze maken me wel wakker
Monsters slapen nooit...
Monsters slapen nooit...
Monsters slapen nooit
Dus ik ga gewoon naar bed
Monsters slapen nooit
Ik heb de wekker niet gezet
Want zij maken mij wel wakker
8 VROUW OP DE VERANDA
De vrouw op de veranda
Steelt mijn aandacht, koel en snel
Dievegge van de nachtrust
Doet me zweten in mijn hel
Vergeten kan ik niet
Want in haar ogen zag ik iets
Van liefde en vermogen
Tot zo’n groot mededogen
Als je maar zelden ziet
De vrouw op de veranda
Steelt het daglicht, vaag en moe
Dievegge van de schemer
De avond valt haar toe
Verslaven zal ze mij
Want het vuur valt haar straks bij
Als een kaars in late uren
Ze laat ze langer duren
Maakt deze junkie vrij
De vrouw op de veranda
Steelt mijn trots, zo zacht en lief
Dievegge van de hoogmoed
Ooit was ik ook zo’n dief
Maar toen dook ik weg in lucht
En ik hoorde nog haar zucht
Daar boven op de toren
En in een vrije val verloren
Begon mijn grote vlucht
De vrouw op de veranda
Steelt mijn liefde, hard en wreed
Dievegge van de hartstocht
Waarvan ik weinig weet
En nu schrijnt nog de kleine wond
Die ik zorgeloos verbond
Met alle hoop op morgen
Als zij me heeft geborgen
Sta ik weer op de grond
9 OOG IN OOG
Donker en warm
Ik voel dat mijn arm
Gespannen is naast je
Simpel en goed
Je ziet wat je doet
En je kalmte verbaast je
Alles staat stil
Voor wie weet wat ze wil
En zo iemand ben jij
De geur doet zijn werk
En jij weet dat ik merk
Hoe jij wacht op het ogenblik
Alles staat stil
Voor wie weet wat ie wil
En zo iemand ben ik
Oog in oog staan we te wachten
Hé, gaan we nog weg of blijven we hier?
Oog in oog staan we te draaien
Hé, gaan we of blijven we hier?
Het hart in de keel
Niet angst maar door veel
Te veel bloed door mijn lijf
En langzamerhand
Verhuist het verstand
Maar we weten nog wel wat ons drijft
Alles staat stil
Als je weet wat je wil
En zo is het nu
Oog in oog staan we te wachten
Hé, gaan we nog weg of blijven we hier?
Oog in oog praten we
Tot het te laat is... of niet?
Oog in oog staan we te wachten
Hé, gaan we nog weg of blijven we hier?
Oog in oog praten we
Tot het te laat is... of niet?
10 TWEE KOUDE HANDEN
Elke trage dag
Een heilig medicijn
Ik ben niet ziek
Ik voel alleen een beetje pijn
Maar elke zwarte nacht
Een beker vol venijn
Ik ben niet ziek
Maar ik had beter kunnen zijn
Twee koude handen op mijn lijf
Niet eens van jou, ze zijn van mij
Twee koude handen op mijn lijf
Ik voel ze branden
Elke trage dag
Een pil tegen de pijn
Ik ben niet ziek
En ik wil het ook niet zijn
Maar elke zwarte nacht
Een giftig medicijn
Ik ben niet ziek
Maar ik had beter moeten zijn
Twee koude handen
Twee koude handen op mijn lijf
Niet eens van jou, ze zijn van mij
Twee koude handen op mijn lijf
Ik voel ze branden
11 STREEP MIJN NAAM MAAR WEG
Streep mijn naam maar weg
Uit je boekje met adressen
Veel vijven, nog meer zessen
Nu ik alles open leg
Nu ik alles kan bekennen
Moet jij er nog aan wennen
Dat het waar is wat ik zeg
Streep mijn naam maar weg
Blader maar niet meer
In het album met portretten
En vergeten droogboeketten
Leg me nu maar neer
Leg me maar terzijde
Als een boek uit vroeger tijden
Want je leest het maar één keer
Blader maar niet meer
Leugens zijn zo prachtig
Zo stil en raadselachtig
Zolang ze nog zichzelf zijn
Zolang je ze gelooft
Laat ze rusten in je hoofd
Want de waarheid doet pas pijn
Blader maar niet meer
In je dagboek en je schriften
Alle potloden en stiften
Schreven nooit iets neer
Dat je nu houvast kan geven
Dat je nu laat overleven
Doe nog één keer wat ik zeg:
Streep mijn naam maar weg
12 GOUD EN ZILVER
Mijn ring doet pijn om al jouw vingers
Mijn ketting hangt te branden om je hals
Ze kunnen nog zo mooi zijn
En je vermaken met hun glans
Maar ze kunnen je niet dwingen
En ze vergroten nooit de liefde
En de kans op geluk of op zijn minst
Op tweedehands herinneringen
Goud en zilver
Hebben mij nooit iets gebracht
Goud en zilver
Zijn mijn onmacht
Mijn ring doet pijn aan al je vingers
Dus je bewaart hem in een doos
En mijn horloge zegt je
Dat het tijd is voor veranderingen
Goud en zilver
Hebben mij nooit iets gebracht
Goud en zilver
Zijn mijn onmacht
13 IETS VAN SUIKER
Daar zat ik dan
Geen idee en ook geen plan
Midden in mijn huis
Midden in mijn nacht
Op de grond met mijn gitaar
Ik zat op wacht
Voor het lied dat jij nu hoort
Dat toen nog niet bestond
Ik speelde elke noot
Bedacht het woord voor woord
Maar er is nog steeds iets mis
En ik weet niet wat het is
Maar het zal wel iets van suiker zijn
Iets dat eigenlijk niet past
In een liedje van vandaag
Maar het zal wel iets van suiker zijn
Daar zat ik weer
Voor de weet ik hoeveelste keer
Recht onder mijn dak
Recht onder mijn maan
Op de grond met mijn gitaar
Ik zat vooraan
Bij het lied dat ik toen schreef
Dat uit het niets ontstond
Zich zomaar aan me gaf
Maar waar iets van achter bleef
Want er is nog steeds iets mis
En ik weet niet wat het is
Maar het zal wel iets van suiker zijn
Iets dat eigenlijk niet past
In een liedje van vandaag
Maar het zal wel iets van suiker zijn
14 WATERMAKERS
Mijn schuimende koers
Ligt nu achter het roer
Ik verlang niet zozeer meer naar later
We maakten veel water
Door kieren en gaten
Ik hoosde veel meer dan ik voer
Ik zocht een veilige haven
Verlaten en goed uit de wind
Maar wie zoekt en niet vindt
Vraagt om weemoed en dorst
En beiden zijn even verslavend
We zijn watermakers
En blijven we drijven
Als we nu onze lijven
Bij elkaar laten rusten?
Of zullen we zinken
Roemloos verdrinken
In tranen waarmee
We het vuur toch niet blusten?
We zijn watermakers, mijn lief
Watermakers
Neem het oude kompas
Kijk hoe helder het glas
Nog geen scheur, nog geen kras van mijn wroeging
Ik ben mezelf wel genoeg
Zoveel spijt voor de boeg
Toch voel ik me beter dan vroeger
Ik zoek een eiland in tranen
Mijn voeten op jouw diepe grond
Was het zout uit mijn wond
Bij een zuivere bron
Dus open voor mij alle kranen
We zijn watermakers
En blijven we drijven
Als we nu onze lijven
Bij elkaar laten rusten?
Of zullen we zinken
Roemloos verdrinken
In tranen waarmee
We het vuur toch niet blusten?
We zijn watermakers, mijn lief
Watermakers
15 DE BUS NAAR HUIS
De halte is te zien als ik ga staan
Het is niet ver en het wordt tijd om weg te gaan
Al weet je nooit of je de laatste nog wel haalt
Ik heb het kaartje al betaald
Ik neem de bus naar huis
Het uitzicht is wel mooi vanaf de berg
Het duurt altijd te kort, maar dat is niet zo erg
Want als je boven bent dan moet je weer omlaag
Het is goed zo voor vandaag
Ik neem de bus naar huis
En als ik kon dansen dan zou ik dansen wat ik kon
En als ik kon zingen dan zou dit zijn wat ik zong voor jou
Maar ik denk dat ik mijn mond nu hou
Ik neem de bus naar huis
De terugrit schudt me wakker na een uur
Ik voel me goed bij de chauffeur achter het stuur
Morgen kan ik weer niet wachten tot ik ga
Maar nu geniet ik nog wat na
In de bus naar huis
Ik neem de bus naar huis...
16 HEIMWEE
Vreemd dat ik dacht
Dat alles mooi zou worden
Als ik wegging
Weg van huis
En dat ik dan echt vrij zou zijn
Zonder thuis
Maar ik wist niets van jou
En jij wist niet waarom
En toen je het me vroeg
Zei ik niets en dus genoeg
Vreemd dat ik dacht
Dat ik zou kunnen reizen
Met een circus
Waar alles mag
En dat ik dan mezelf zou zijn
Elke dag
Maar ik wist niets van mij
En jij wist niet waarom
En toen je het me vroeg
Zei ik niets en dus genoeg
Mijn lied kan nog zo triest zijn
Maar het troost het dwaze hart
Mijn hart dat brak omdat het wilde
Maar zich vertilde aan jouw pijn
Vreemd dat ik hoop
Dat alles goed zal komen
Als ik terugga
Terug naar huis
Maar dat is tegen beter weten in
Want ik heb heimwee voor altijd
Copyright © HF OADA. Alle rechten voorbehouden.
Deze pagina is bijgewerkt tot vrijdag 09 januari 2004